Foto derksen
Image default
Aanbiedingen

Alles dat u moet weten over potjestraining

Alles dat u moet weten over potjestraining

Potjestraining is een belangrijke mijlpaal. Lees alles over timing, techniek en het omgaan met ongelukjes. Op het potje kind gaan is een grote stap voor kinderen – en hun ouders. Het geheim van succes? Timing en geduld.

Is het tijd?

Het succes van de zindelijkheidstraining hangt af van fysieke, ontwikkelings- en gedragsmijlpalen, niet van de leeftijd. Veel kinderen zijn tussen de 18 en 24 maanden klaar voor zindelijkheidstraining. Anderen zijn er misschien pas klaar voor als ze 3 jaar oud zijn. Er is geen haast bij. Als u te vroeg begint, kan het langer duren voordat uw kind zindelijk is.

Is uw kind er klaar voor? Vraag het uzelf:

  • Kan uw kind naar het toilet lopen en erop zitten?
  • Kan uw kind zijn of haar broek naar beneden trekken en weer omhoog trekken?
  • Kan uw kind tot twee uur droog blijven?
  • Kan uw kind elementaire aanwijzingen begrijpen en opvolgen?
  • Kan uw kind aangeven wanneer hij of zij naar het toilet moet?

Lijkt uw kind geïnteresseerd in het gebruik van het toilet of in het dragen van “groot-kind” ondergoed?

Als u meestal met ja hebt geantwoord, is uw kind er misschien klaar voor. Als u meestal nee hebt geantwoord, kunt u beter nog even wachten – vooral als uw kind op het punt staat een grote verandering te ondergaan, zoals een verhuizing of de komst van een nieuw broertje of zusje.

Uw bereidheid is ook belangrijk. Laat de motivatie van uw kind, in plaats van uw gretigheid, het proces leiden. Probeer het succes of de moeilijkheden van zindelijkheidstraining niet te koppelen aan de intelligentie of koppigheid van uw kind. Houd ook in gedachten dat ongelukjes onvermijdelijk zijn en dat straffen geen rol speelt in het proces. Plan de zindelijkheidstraining wanneer u of een verzorger de tijd en energie kan opbrengen om een paar maanden lang dagelijks consequent te zijn.

Wanneer het tijd is om te beginnen met zindelijkheidstraining:

Kies je woorden

Bepaal welke woorden je gaat gebruiken voor de lichaamsvloeistoffen van je kind. Vermijd negatieve woorden, zoals vies of stinkend.

Maak de spullen klaar

Zet een plaspotje in de badkamer of, in eerste instantie, op de plek waar uw kind het grootste deel van zijn of haar tijd doorbrengt. Moedig uw kind aan om in het begin met kleren aan op het potje te gaan zitten. Zorg ervoor dat de voeten van uw kind op de vloer of op een krukje rusten. Gebruik eenvoudige, positieve termen om over het toilet te praten. U kunt de inhoud van een vuile luier in het potje en het toilet gooien om te laten zien waar het voor dient. Laat uw kind het toilet doorspoelen.

Plan potjespauzes

Laat uw kind om de twee uur een paar minuten zonder luier op het potje zitten, ’s ochtends als eerste en direct na het dutje. Voor jongens is het vaak het beste om het plassen zittend onder de knie te krijgen, en dan over te stappen op staan als de darmtraining is voltooid. Blijf bij uw kind en lees samen een boek of speel met een speeltje terwijl hij of zij zit. Laat uw kind opstaan als hij of zij dat wil. Ook als uw kind gewoon blijft zitten, moet u hem of haar prijzen voor de pogingen – en hem of haar eraan herinneren dat hij of zij het later nog eens mag proberen. Neem de potjesstoel mee als u met uw kind van huis bent.

Ga erheen – snel!

Wanneer u signalen opmerkt dat uw kind misschien naar het toilet moet – zoals kronkelen, hurken of de genitaliën vasthouden – reageer dan snel. Help uw kind vertrouwd te raken met deze signalen, stop met wat hij of zij aan het doen is en ga naar het toilet. Prijs uw kind als het u vertelt wanneer het naar het toilet moet. Houd uw kind losse, gemakkelijk uit te trekken kleding aan.

Leg hygiëne uit

Leer meisjes hun benen te spreiden en voorzichtig van voor naar achter af te vegen om te voorkomen dat ziektekiemen van het rectum naar de blaas worden overgebracht. Zorg ervoor dat uw kind daarna zijn of haar handen wast.

Doe de luiers weg

Na een paar weken succesvol op het potje te zijn geweest en overdag droog te zijn gebleven, is uw kind er misschien klaar voor om de luier in te ruilen voor een trainingsbroekje of ondergoed. Vier de overgang. Laat uw kind teruggaan naar de luiers als hij of zij niet droog kan blijven. Overweeg het gebruik van een sticker of sterrenkaart voor positieve bekrachtiging.

Als uw kind zich verzet tegen het gebruik van het potje of het toilet of het niet binnen een paar weken onder de knie krijgt, neem dan een pauze. De kans is groot dat hij of zij er nog niet klaar voor is. Je kind pushen als hij of zij er nog niet klaar voor is, kan leiden tot een frustrerende machtsstrijd. Probeer het over een paar maanden nog eens.

Nachttraining

Dutjes- en nachttraining duurt over het algemeen langer om te bereiken. De meeste kinderen kunnen ’s nachts droog blijven tussen 5 en 7 jaar. Gebruik in de tussentijd wegwerp-trainingsbroekjes en matrasbeschermers als uw kind slaapt.

Ongelukjes zullen gebeuren

Om ongelukken te voorkomen:

  • Blijf kalm. Geef uw kind geen standje, straf of schaamte. U kunt bijvoorbeeld zeggen: “Je bent het deze keer vergeten. Volgende keer ga je eerder naar het toilet.”
  • Wees voorbereid. Houd een schone onderbroek en andere kleren bij de hand, vooral op school of in de kinderopvang.

Wanneer moet u hulp zoeken?

Als uw kind klaar lijkt voor zindelijkheidstraining maar er toch moeite mee heeft, praat dan met de dokter van uw kind. Hij of zij kan u advies geven en nagaan of er een onderliggend probleem is.